Hoe gaat het met je moeder?
- Niet zo goed. Ze ligt in het ziekenhuis.
Ze heeft last van haar hart.
Nu is ze opgenomen voor onderzoek.
Haar bloed wordt onderzocht.
Hè, wat vervelend. Hoelang moet ze daar blijven?
- Een paar dagen. We hopen dat het niets bijzonders is.
Zeg, ik ga ervandoor. Ik moet straks weer naar haar
toe.
Nou, het beste met je moeder.
- Dank je wel. Tot ziens.