Lia leert Nederlands. Waarom?
Omdat ze naar Nederland gaat.
Nederlands is een nieuwe taal voor haar.
Ze oefent elke dag. Vooral het verstaan en het spreken.
Ook het lezen is belangrijk.
Over drie weken gaat ze een examen maken.
Hoe gaat zo’n examen?
- Dit examen bestaat uit drie onderdelen.
Je maakt het examen op de computer.
Bij een deel moet je spreken.
Je hoort het begin van een zin.
Die moet je afmaken.
Vervolgens krijg je vragen. Bijvoorbeeld:
Eén uur, hoeveel kwartier is dat?
- Hm, eenvoudig: dat is vier kwartier.
Goed. Spreek duidelijk als je antwoord geeft.
Een ander voorbeeld. Je hoort de vraag:
Hoe noem je het gebouw waar kinderen les krijgen?
- Dan moet ik ‘school’ zeggen.
Ja. Bij een ander deel van het examen moet je lezen.
Er is ook nog een deel met vragen over Nederland.
Op welke manier kan ik oefenen?
- Ken je Nederlanders in de buurt?
Ga met hen praten.
Luister naar de Nederlandse radio.
En lees zoveel mogelijk Nederlands